|
Tijdens de operatie Southern Breeze, uitgevaardigd door de Verenigde Naties ter controle van het embargo tegen Irak, heeft het fregat F910 WIELINGEN in de Perzische golf, de Golf van Oman en de Rode Zee 1011 koopvaardijschepen ondervraagd en geïdentificeerd en 13 verdachte koopvaardijschepen onderschept en onderzocht.
Boardingprocedure: De ‘WIELINGEN’ spoort een verdacht koopvaardijschip op (of krijgt opdracht om een door ander geallieerd schip of eenheid opgespoord verdacht schip te onderscheppen); de brug van de F910 waarschuwt via de radio de kapitein, van het verdachte schip, dat hij zijn snelheid moet minderen, een opgelegde koers moet sturen, de boordpapieren moet klaarleggen, de loodsladder moet optuigen en zijn bemanning moet laten verzamelen op een welbepaalde plaats van het schip. Het zestienkoppig ‘boarding team’ stapt, gewapend met UZI-machinepistolen en 9mm GP-pistolen, aan boord van 2 Zodiacs. Deze zetten koers naar het verdachte vaartuig en gaan aan boord; de eerste ‘bezoekers’ klimmen via de loodsladder, aangebracht op de flank, aan boord. Drie matrozen blijven aan boord van de twee zodiacs, en onderhouden radiocontact met de andere teamleden en de brug van de F910. Eén officier, geholpen door twee manschappen, begint met de controle van de boorddocumenten: bemanningslijst, inschrijvingspapieren, boordjournaal, etc... de tweede officier, zijn assistent en vier duo’s doorzoeken ondertussen het schip en behouden ook voortdurend radiocontact met de rest van het team en met de brug van de WIELINGEN. Deze procedure kan meerdere uren in beslag nemen... Indien het boarding team niets abnormaals aantreft wordt het schip "cleared vessel" verklaard en krijgt het de toelating zijn reis verder te zetten. Bij overtredingen op het embargo wordt het MIF (Multinational Interception Force) ingelicht. Een eenheid zal aangewezen worden om het schip te begeleiden naar een opgegeven haven waar het aan de ketting wordt gelegd en uitgebreid onderzocht. |
|